landmeter
Uiterlijk
- land·me·ter
- Naamwoord van handeling van landmeten met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landmeter | landmeters |
verkleinwoord | - | - |
de landmeter m
- (beroep) iemand wiens beroep het is land op te meten (bijv. een ambtenaar van het kadaster, die de omvang van grondkavels vaststelt)
- (vlinders) vlinder van de familie Geometridae , waarvan de rupsen zich door spannen voortbewegen
- [2]: spanner
- Het woord landmeter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "landmeter" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Vlinders in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %