Naar inhoud springen

beren

Uit WikiWoordenboek

(klemtoonhomogram)

  • be·ren
  • In de betekenis van ‘schulden maken’ voor het eerst aangetroffen in 1898.[1]
  • [A]: Nevenvorm van baren.[2]
  • [B]: Afgeleid uit beer ‘schuld(eiser)’ (zie aldaar).[3]
  • [C]: Afgeleid uit beer ‘gier, mensendrek’ (zie aldaar).[4]
  • [D]: erfwoord: Vroegnieuwnederlands beren ‘slaan’, ontwikkeld uit Oergermaans *barjanan-, bij Indo-Europees *bʰerH- ‘doorsteken, slaan’, waartoe ook Oudiers barae ‘woede, vijandigheid’, Latijn ferīre ‘slaan, stoten’ en Litouws bárti ‘schelden’ behoren.[5] Evenals Oudhoogduits berjan ‘slaan, kloppen, kneden’, Oudengels verl.deelw. ġebered ‘neergeslagen, gekneed’ en IJslands berja ‘slaan, stoten’.[6]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beren
beerde
gebeerd
zwak -d volledig

[A] beren

  1. onovergankelijk schreeuwen [2] [7]

[B] beren

  1. schuld maken [3]

[C] beren

  1. overgankelijk bemesten [4]

[D] beren

  1. (Surinaams) geslachtsgemeenschap hebben [8]
  2. (West-Vlaams) kneden[6]
vervoeging van
berennen

beren

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berennen
    • Ik beren. 
  2. gebiedende wijs van berennen
    • Beren! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berennen
    • Beren je? 
enkelvoud meervoud
naamwoord beren
verkleinwoord

de berenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord beer
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (roofdieren) Ursidae op Wikispecies een familie van roofdieren (Carnivora). Beren maken deel uit van de Caniformia, waartoe onder meer ook de hondachtigen worden gerekend. De familie telt acht moderne soorten, verdeeld over vijf geslachten. De meeste beren zijn groot en log van gestalte, hebben stevige, korte ledematen en een kleine staart. Het lichaam is bedekt met een dikke vacht en de kop heeft een relatief lange snuit en kleine, afgeronde oren


99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[9]


  • IPA: /bɛːrən/
  • Afgeleid van het Angelsaksische beran

beren

  1. dragen


beren

  1. meervoud van bere


  • Afgeleid van het Oudnederlandse beran

beren

  1. dragen