Naar inhoud springen

Bonne van Luxemburg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Bonne van Luxemburg (Luxemburgs: Jutta of Guta vu Lëtzebuerg; Frans: Bonne de Luxembourg; Praag, 20 mei 1315Abdij van Maubuisson, 11 september 1349), was de tweede dochter van Jan de Blinde, koning van Bohemen,[1] en zijn eerste vrouw, Elisabeth van Bohemen. Ze was de eerste vrouw van toekomstige koning Jan II van Frankrijk, maar stierf een jaar voor zijn troonsbestijging, waardoor ze nooit koningin van Frankrijk was. Ze wordt in de Franse geschiedschrijving Bonne de Luxembourg genoemd. Ze was een lid van het Huis Luxemburg. Zij schonk het leven aan onder andere Karel V van Frankrijk, Filips de Stoute, hertog van Bourgondië, en Johanna van Valois, koningin van Navarra.

Jutta (Bonne) was meermaals onderwerp van de trouwplannen, die haar vader Jan in het belang van zijn dynastieke interesses ontwikkelde. Reeds als zesjarige werd ze (zoals in die tijd niet ongebruikelijk was voor dochters van vorsten) voor de eerste maal verloofd en bezocht in 1321 haar gade in spe, Frederik de Ernstige (1310–1349) van het Huis Wettin, de latere markgraaf van Meißen, op de Wartburg. In 1323 werd ze door haar vader teruggeroepen, nadat het Huis Wettin zich bij de partij van keizer Lodewijk de Beier had aangesloten en Frederik nu met diens dochter Mathilde zou trouwen, wat in 1328 geschiedde. Hierna werd Jutta in 1326 met de latere graaf Hendrik IV van Bar verloofd, maar ook dit liep op niets uit.

Zij verbleef vervolgens in de abdij van Saint-Esprit, totdat haar vader een dubbele huwelijksovereenkomst wist te sluiten met koning Filips VI van Frankrijk:[2] Jans zoon Karel (de latere keizer Karel IV) werd met Filips nicht Blanca van Valois verloofd en zijn dochter Jutta met de Franse troonopvolger Jan van Valois (1319-1364), hertog van Normandië.[3]

De stamboom van Jan II van Frankrijk (14e eeuw).

Op 2 januari 1332 deden Jan van Luxemburg en zijn dochter Jutta hun intrede in Parijs. Jan werd op 17 februari voor de ogen van een prestigieuze publiek, waaronder zich de koningen van Bohemen en Navarra, en de hertogen van Bourgondië, Lotharingen en Brabant bevonden, plechtig tot ridder werd geslagen in de Notre-Dame van Parijs en meerderjarig verklaard.[4] Jutta trouwde met Jan, hertog van Normandië op 28 juli 1332[5] of 6 augustus 1332[4] in de kapittelkerk van Notre-Dame in Melun.[6] Zijzelf was 17 jaar oud, terwijl haar bruidegom 13 jaar oud was.[7] Haar naam Jutta (of Guta), hetgeen "de Goede" betekent, werd rond deze tijd veranderd in Bonne (Frans) of Bona (Latijn). De bruiloft werd in de aanwezigheid van zesduizend gasten gevierd. Door haar huwelijk werd Bonne de vrouw van de erfgenaam van de Franse troon, hertogin van Normandië, en gravin van Anjou en Maine.

Bonne was beschermvrouwe van de kunsten, waarbij de componist Guillaume de Machault een van haar favorieten was.[8]

Ze stierf op 34-jarige leeftijd aan de builenpest,[1] al deed het gerucht de ronde dat ze wegens ontrouw door haar echtgenoot zou zijn vermoord.[9] Zij werd begraven in de abdij van Maubuisson.[10]

Nog geen zes maanden na haar overlijden, trad Jan in het huwelijk met gravin Johanna I van Auvergne.

Jan en Bonne hadden de volgende kinderen:

  • Karel V van Frankrijk (21 januari 1338 -16 september 1380)
  • Catherine (1338 - 1338)
  • Lodewijk I, hertog van Anjou (23 juli 1339 - 20 september 1384)
  • Jan, hertog van Berry (30 november 1340 -15 juni 1416)
  • Filips de Stoute, hertog van Bourgondië (17 januari 1342 -27 april 1404)
  • Johanna (24 juni 1343 -3 november 1373), in 1352 getrouwd met Karel II van Navarra (gestorven 1387)
  • Maria (12 september 1344 -oktober 1404), in 1364 getrouwd met Robert I van Bar (gestorven 1411)
  • Agnes (1345 - 1349)
  • Margaretha (1347 - 1352)
  • Isabella (1 oktober 1348 - 11 september 1372), in 1360 getrouwd met Gian Galeazzo Visconti, hertog van Milaan (gestorven 1402)

Kwartierstaat (voorouders)

[bewerken | brontekst bewerken]

Hendrik VI van Luxemburg
(1252-1288)

Beatrix van Avesnes
(ca. 1240-1321)
 

Jan I van Brabant
(1252-1294)

Margaretha van Dampierre
(ca. 1251-1285)
 


Ottokar II van Bohemen
(1232-1278)

Cunigonde van Slavonië
(ca. 1245-1285)
 


Keizer Rudolf I
(1218-1291)

Gertrude van Hohenberg
(ca. 1225-1281)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 


Keizer Hendrik VII
(1274-1313)
 
 
 

Margaretha van Brabant
(1276-1311)
 
 
 
 
 


Wenceslaus II van Bohemen
(1271-1305)
 
 
 

Judith van Habsburg
(1271-1297)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 


Jan de Blinde
(1296-1346)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Elisabeth I van Bohemen
(1292-1330)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Margaretha van Luxemburg
(1313-1341)
 

Bonne van Luxemburg
(1315-1349)
 

Keizer Karel IV
(1316-1378)
 

Přemysl Ottokar van Luxemburg
(1318-1320)
 

Jan Hendrik van Luxemburg
(1322-1375)
 

Anna van Luxemburg
(1323-1338)
  1. a b D. Nicolle, Poitiers 1356: The Capture of a King, Oxford, 2004, p. 17.
  2. J.F. Böhmer (ed.), Additamentum primum ad regesta imperii inde ab anno MCCCXIIII usque ad annum MCCCXLVII, Frankfurt am Main, 1841, p. 298. Gearchiveerd op 22 oktober 2017.
  3. J.M. Hand, Women, Manuscripts and Identity in Northern Europe, 1350-1550, Farnham, 2013 (= Londen - New York, 2016), p. 12. Gearchiveerd op 6 juni 2023.
  4. a b H. Thomas, Johann II., in J. Ehlers - H. Müller - B. Schneidmüller (edd.), Die französischen Könige des Mittelalters. Von Odo bis Karl VIII. 888–1498, München, 1996, p. 268.
  5. J.M. Hand, Women, Manuscripts and Identity in Northern Europe, 1350-1550, Farnham, 2013 (= Londen - New York, 2016), p. 13. Gearchiveerd op 6 juni 2023.
  6. Er is twijfel over de precieze trouwdatum, zie: L. Earp, Guillaume de Machaut: A Guide to Research, New York, 1995 (= New York - Abingdon, 2012), p. 24, J.K. Hoensch, Die Luxemburger. Eine spätmittelalterliche Dynastie gesamteuropäischer Bedeutung 1308–1437, Stuttgart, 2000, p. 81. Gearchiveerd op 6 juni 2023.
  7. F. Seibt, Karl IV. - Ein Kaiser in Europa 1346–1378, München, 19945, p. 106.
  8. A. Walters Robertson, Guillaume de Machaut and Reims: Context and Meaning in His Musical Works, Cambridge, 2002, p. 3. Gearchiveerd op 6 juni 2023.
  9. J.K. Hoensch, Die Luxemburger. Eine spätmittelalterliche Dynastie gesamteuropäischer Bedeutung 1308–1437, Stuttgart, 2000, pp. 128-129. Vgl. L. Earp, Guillaume de Machaut: A Guide to Research, New York, 1995 (= New York - Abingdon, 2012), p. 24. Gearchiveerd op 6 juni 2023.
  10. A. Michel, Sculptures françaises, in Revue archéologique4 10 (1907), p. 449.
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Jutta_von_Luxemburg op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Bonne_of_Luxembourg op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  • J. Calmette Die großen Herzöge von Burgund, München, 1996. ISBN 3424013129
  • J.M. Hand, Women, Manuscripts and Identity in Northern Europe, 1350-1550, Farnham, 2013 (= Londen - New York, 2016), pp. 12-16. ISBN 9781351536530
  • J.K. Hoensch, Die Luxemburger. Eine spätmittelalterliche Dynastie gesamteuropäischer Bedeutung 1308–1437, Stuttgart, 2000. ISBN 3170151592
  • F. Seibt, Karl IV. - Ein Kaiser in Europa 1346–1378, München, 19945. ISBN 3423046414
  • H. Thomas, Johann II., in J. Ehlers - H. Müller - B. Schneidmüller (edd.), Die französischen Könige des Mittelalters. Von Odo bis Karl VIII. 888–1498, München, 1996, pp. 267-284. ISBN 3406404464