osa

osa

1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van oser

• IPA: /ɔsa/

• Afgeleid van het Proto-Slavische *osa

osa v

1. (vliesvleugeligen) wesp

• osi
• osowaty

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• IPA: /ɔsa/

• Afgeleid van het Proto-Slavische *osa

osa v

1. (vliesvleugeligen) wesp

• osí
• osička v

osa

1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van osar
2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van osar

• IPA: /ɔsa/

• osa

• Afgeleid van het Proto-Slavische *osь

osa v

1. (werktuigbouwkunde) as; staafvormig voorwerp waarom of waarmee iets ronddraait, aandrijfas etc.
2. (wiskunde) as; denkbeeldige lijn (aslijn) door het midden van een voorwerp, ruimte of vlak
3. as; een politieke of politiek-militaire groepering van vriendschappelijke staten

1. hřídel monbezield
2. symetrála v
3. pakt monbezield

• osička v
• osový
• poloosa v

• osa otáčení v ― rotatie-as
• osa souměrnosti v – symmetrie-as
• osa x v x-as
• svislá osa v – verticale as
• vodorovná osa v – horizontale as

• osičkový

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)