• wel·haast

welhaast

  1. bijna; niet feitelijk maar iets overdreven en in essentie wel
    • Torenhoge schulden maken het voor veel ex-gedetineerden welhaast onmogelijk terug te keren in de maatschappij. 
    • Na jaren van welhaast ongebreidelde stijgingen, is er over het algemeen sprake van stabilisering van de prijzen. 
87 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be