vruchten van de wegedoorn die een laxerende werking hebben
  • we·ge·doorn
enkelvoud meervoud
naamwoord wegedoorn wegedoorns
verkleinwoord - -

de wegedoornm

  1. (bloemplanten) bepaald soort loofboom, Rhamnus cathartica  , die inheems is in de Benelux, daar vrij zeldzaam in bossen en in struikgewas voorkomt, tot 6 meter hoog kan worden en behoort tot de wegedoornfamilie Rhamnaceae  
namen van loofbomen in de Benelux:
39 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[3]