• ver·schei·de·ne
  • In de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1516 [1]

verscheidene (indien samengegaan met een telbaar zelfstandig naamwoord)

  1. meer dan één, maar niet veel

verscheidene (indien samengegaan zonder een telbaar zelfstandig naamwoord)

  1. meer dan één, maar niet veel

verscheidene

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verscheiden
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]