Telwoord (alp)
1 10 100 103
2 20
3
4
5 50
6
7
8
9

lua

  1. twee


  • lua
  • Afleiding van het Noorse werkwoord lue.
Naar frequentie 29746
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud lua
o enkelvoud lua
meervoud lua
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
lua

lua

  1. gelaaid, gevlamd
  2. gelicht, geschenen

lua

  1. verleden tijd van lue
  2. voltooid deelwoord van lue

lua, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lue


  • lua
  • Afleiding van de Nynorske werkwoorden lua en lue.

lua

  1. gelaaid, gevlamd
  2. gelicht, geschenen

lua

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast lue, zie aldaar

lua

  1. verleden tijd van lua
  2. voltooid deelwoord van lua

lua

  1. gebiedende wijs van lua

lua

  1. verleden tijd van lue
  2. voltooid deelwoord van lue

lua

  1. gebiedende wijs van lue

lua, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lue

lua

  1. verouderde spelling of vorm van lue tot 2012
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van lue, v


enkelvoud meervoud
lua luas

lua v

  1. maan


lua

  1. nemen