aangrijpen
- Geluid: aangrijpen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋɣrɛipə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·grij·pen
- samenstelling van aan vz en grijpen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aangrijpen |
greep aan |
aangegrepen |
klasse 1 | volledig |
aangrijpen
- overgankelijk met kracht aanpakken
- De lakse agent werd door de boze vrouw aangegrepen.
- aanvallen.
- hevig ontroeren
De gelegenheid aangrijpen.
- Van de gelegenheid gebruik maken wanneer die zich voordoet.
- De student greep de herkansing van het examen met beide handen aan, daardoor had hij toch nog een kans zijn diploma op tijd te halen.
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
- Het woord aangrijpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aangrijpen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be