ISO 639-3
hrv
bestand
  • Kro·a·tisch
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Kroatisch - -
verkleinwoord - - -

het Kroatischo

  1. geen meervoud (taal) taal die vooral in Kroatië gesproken wordt
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Kroatisch Kroatischer
verbogen Kroatische Kroatischere
partitief Kroatisch Kroatischers -

Kroatisch

  1. (demoniem) gerelateerd aan of afkomstig uit Kroatië


Kroatisch o

  1. (taal) Kroatisch